Algemene informatie over wedstrijden
Het verloop van een wedstrijd
Een turnwedstrijd begint met een algemene warming up van 10 minuten. Dit vindt gezamenlijk plaats door alle turnsters die meedoen, maar iedere vereniging doet dit op z’n eigen manier. Er wordt dan nog niet geturnd op de toestellen. Daarna volgt een opmars op muziek. Vervolgens wordt iedereen welkom geheten en aansluitend mag je naar het eerste onderdeel lopen. Je gaat dan voor de jurytafel staan met de groep waarin jij bent ingedeeld. Er wordt dan gezamenlijk uitgestrekt naar de jury. Dit wordt presenteren genoemd. Dan kan het inturnen bij het eerste toestel beginnen. Dit duurt ook weer 10 minuten. Vervolgens start wedstrijdronde 1. Alle turnsters zitten dan aan de kant op een bank. Als een turnster aan de beurt is loopt ze met haar trainster naar het toestel. Daar wacht ze totdat de jury een teken geeft om te beginnen. Het hoofd jurylid steekt een arm omhoog. Dan strekt de turnster zich uit, doet haar oefening op het toestel en als ze klaar is strekt ze zich nogmaals uit. Het eerste onderdeel zit er dan op. Als alle turnsters in de zaal klaar zijn met het eerste toestel, presenteren de turnsters wederom voor de jurytafel af. En lopen naar de jurytafel van het tweede toestel. Daar gaan ze zich ook weer presenteren. Vervolgens mogen ze 10 minuten inturnen aan het tweede toestel. Daarna start wedstrijdronde 2. Na vier wedstrijdronden (sprong, brug, balk en vloer) zit de wedstrijd erop. Dan is het wachten totdat alle uitslagen zijn verwerkt bij de wedstrijdtafel. Tot slot is de afmars en de prijsuitreiking.
Wedstrijdindeling en niveaus
Er zijn in Nederland verschillende soorten wedstrijden. Deze wedstrijden hebben verschillende leeftijden en niveaus.
- Landelijke wedstrijden
- NTS- A (regionaal en eventueel bij doorstroming landelijk)
- NTS- B (regionale wedstrijden)
- NTS- C (regionale wedstrijden)
Het NTS is een landelijk systeem. De oefenstof is ontwikkeld door de gymnastiekbond de KNGU en geldt voor alle turnsters en verenigingen van heel Nederland.
De soorten wedstrijden met daarbij vermeld welke niveaus en leeftijden in welke wedstrijd zitten.
Landelijk | NTS A | NTS B | NTS C |
---|---|---|---|
Mini instap D2 en D3 | |||
Instap N1 en N2 | Instap D1 | Instap D2 en D3 | |
Pupil 1 N1 en N2 | Pupil 1 N3 | Pupil 1 D1 en D2 | Pupil 1 D3 en D4 |
Pupil 2 N1 en N2 | Pupil 2 N3 | Pupil 2 D1 | Pupil 2 D2, D3 en D4 |
Jeugd 1 N1, N2 en N3 | Jeugd 1 N4 | Jeugd 1 D1, D2, D3 en D4 | |
Jeugd 2 suppl. C en D | Jeugd 2 suppl. E en F | Jeugd 2 suppl. G en H | |
Junior suppl. B en C | Junior suppl. D en E | Junior suppl. F, G en H | |
Senior suppl. A en B | Senior Suppl. C en D | Senior suppl. E, F, G en H |
Daaraan gekoppeld het leeftijdschema per 2017:
Categorie | Leeftijd |
---|---|
Verplichte oefenstof (N1 t/m D4) | |
Mini instap | 2009 en later |
instap | 2008 |
Pupil 1 | 2007 |
Pupil 2 | 2006 |
Jeugd 1 | 2005 |
Keuze oefenstof (supplementen A t/m H) | |
Jeugd 2 | 2004 |
junior | 2003/ 2002 |
Senior | 2001 en eerder |
De volgorde van de verplichte oefenstof die bestaat uit choreografie en elementen loopt qua niveau in een lijn van makkelijk naar moeilijk. Dat maakt het mogelijk dat iedereen op zijn eigen niveau kan turnen. Wat enorm fijn is. Dus ook wedstrijden zijn zowel op leeftijd als op niveau ingedeeld. D4 is makkelijker dan D3. D1 is weer makkelijker dan N4. Voor de verplichte oefenstof betekent dit dat D4 het laagste niveau is en N1 het hoogste niveau. Echter worden vanaf bepaalde leeftijden, bepaalde niveaus niet aangeboden. In het eerste schema is te vinden welke niveaus er in de NTS A, B en C aangeboden worden, met de leeftijdscategorieën erbij.
Wedstrijdcijfers
Een cijfer bij turnen is opgebouwd uit twee cijfers die uiteindelijk samen één cijfer vormen.
De D- score gaat over de inhoud van de oefening. Of een turnsters conform de oefenstof turnt. Dus niks weglaat, verwisseld etc. Deze verplichte oefenstof is door de KNGU vastgesteld. Het niet precies in de juiste volgorde en niet precies aan de elementen houden, dan wel aan de choreografie houden, geeft puntenaftrek.
Vooraf is door de KNGU vastgesteld welke beginwaarde een oefening heeft. Daarnaast kan een turnster nog kiezen voor makkelijkere of moeilijkere elementen. Afhankelijk daarvan wordt de nieuwe waarde bepaald. Een moeilijker element geeft bonuspunten, mits dit goed is uitgevoerd. Een makkelijker element geeft waarde vermindering.
De E-score gaat over de uitvoering van de oefening. Of iets netjes en technisch perfect wordt uitgevoerd. De E-score begint altijd bij 10.00 punten. Dit is voor iedere turnster gelijk. Van die 10.00 punten gaan dus aftrekken af als kromme tenen, benen, wiebels, houdingsfouten etc.
Bij het niet goed uitvoeren van bonuselementen kunnen er zoveel extra aftrekken uit voort vloeien, dat een trainster kan besluiten dat het toch verstandiger is om de basiselementen uit te gaan voeren. Zo overweegt een trainster bij iedere turnster afzonderlijk wat voor haar het beste is, om op die manier een zo hoog mogelijk score te krijgen. Soms is het dus beter om een lagere D-score te hebben welke beter uitgevoerd wordt, waardoor je een veel hogere E- score haalt en daardoor uiteindelijk ook een hogere eindscore krijgt.
Wedstrijdopgave en kosten
Als turnsters van FGV er aan toe zijn om deel te gaan nemen aan wedstrijden worden ze door de leiding éénmalig gevraagd. Na toestemming van de ouders en zonder tegenbericht voor de inschrijvingsdatum worden ze ingeschreven. Ook de jaren erna worden zij dan automatisch door de leiding opgegeven voor wedstrijden. Aan het meedoen van wedstrijden zijn kosten verbonden. Ieder jaar en per wedstrijd kan dit verschillen. Het verschuldigde bedrag is ongeveer 15 euro per wedstrijd. Dit dient vooraf te worden betaald. Als een turnster door de leiding is opgegeven, is de vereniging deze wedstrijdgelden verschuldigd. Of een turnster uiteindelijk nu wel of niet gaat meedoen. Ook als een turnster door ziekte en/of blessure verhinderd is. De kosten worden ook dan aan de turnsters doorberekend.
Juryleden
FGV is altijd blij dat er zoveel turnsters mee willen doen aan de wedstrijden en dat er vele turnsters op het podium komen en vervolgens doorstromen naar de finale. Echter is iedere vereniging ook verplicht juryleden aan te leveren voor wedstrijden. Anders mogen de turnsters niet meedoen.
Onderstaand schema laat het aantal juryleden zien welke een vereniging verplicht is aan te leveren. Het is dus van groot belang dat FGV voldoende juryleden heeft!
Aantal turnsters per wedstrijddag |
Aantal juryleden per wedstrijddag |
---|---|
1-2 | 0 |
3-8 | 1 |
9-15 | 2 |
16-22 | 3 |
23 en meer | 4 |
Jurybrevetten
TD- 1 = voor beginnende jury leden (NTS- C wedstrijden)
TD- 2= vervolg cursus (NTS- B wedstrijden)
TD- 3 = nationale wedstrijden (NTS- A wedstrijden)
Jury cursus
Vindt u het leuk om een jury cursus voor ons te volgen? De jury cursus duurt 3 avonden. Daarnaast vergt het nog zelfstudie thuis. Het examen kunt u ook thuis doen en mag u zo vaak doen als u wilt. Uiteraard is de cursus gratis.
Opgave kan via info@fgvturnen.nl
De turnsters en trainers van FGV zullen u enorm dankbaar zijn!
Een vereniging kan immers alleen draaiende gehouden worden door de leden zelf. Als ieder zijn steentje bijdraagt maken vele handen licht werk…